Ons opvoedingsproject
Samen groeien… Ja, natuurlijk!
Schoolverhaal: Het piepkleine zaadje
Jezus nam voorzichtig iets tussen zijn duim en zijn wijsvinger en stak het in de lucht. ‘Kunnen jullie zien wat ik hier vasthoud?’, vroeg hij. De mensen op de voorste rijen tuurden met samengeknepen ogen. ‘Een kruimeltje brood!’, riep een vrouw. Jezus schudde zijn hoofd. Wat hield hij toch in zijn hand?
Hij legde het voorzichtig in de palm van zijn hand en liet het aan de mensen zien. ‘Een klein zaadje’, zei de man. ‘Een mosterdzaadje!’, riep een jongen opeens uit. ‘Dat heeft mijn opa me geleerd.’
‘Precies!’, zei Jezus. ‘Het is een mosterdzaadje. Het is één van de kleinste zaadjes die er bestaan. Als je niet oppast, waait het weg.’ Hij sloot snel zijn handpalm en de mensen glimlachten.
‘Wat denken jullie, komt er uit zo’n piepklein zaadje dan ook een klein, armzalig plantje?’, vroeg hij hen. ‘Helemaal niet!’, riep de jongen uit. ‘In de tuin van mijn opa staat een mosterdboom. Die is heel hoog en heeft wel honderd takken. Er zitten drie vogelnesten in, zo groot is hij!’
Jezus lachte. ‘Dat heb je goed gezegd’, zei hij. ‘Dus ook uit een klein zaadje kan een machtige boom groeien. Zo is het ook met het Rijk van God. Vergeet dat nooit. Je mag nooit de moed verliezen. Beetje bij beetje wordt de wereld meer en meer een plaats van vrede en geluk voor iedereen. Waar er geen pijn meer is en geen verdriet. Een plaats waar iedereen gelukkig is. Als je het bijna bent vergeten, moet je snel even denken aan dit mosterdzaadje.’
Jezus nam de hand van de jongen vast en legde het mosterdzaadje op zijn handpalm. Daarna sloot hij de vingers van de jongen eromheen. ‘Het wordt een grote boom‘, zei hij glimlachend. De jongen liep weg met zijn gesloten hand voor zich uit, alsof hij er een schat in bewaarde.
Kolet Janssen naar Mc, 30-33

Zalig toch…
Zalig toch…
Zalig toch…
wanneer we SAMEN aan het werk kunnen gaan.
wanneer we de kans krijgen om te GROEIEN.
dat we dit ‘NATUURLIJK’ mogen vinden.


Doelstellingen van ons opvoedingsproject
Doelstelling 1

Wij willen onze school centraal blijven stellen in onze wijk en onze parochie. Daarom schenken we aandacht aan :
- onze omgeving
- de mensen waarmee wij samenwerken
- diegenen die aarzelend toekijken
Doelstelling 2

Elk kind aanvaarden in zijn eigen ‘zijn’ om vanuit dit standpunt een relatie op te bouwen waarin beide partners in wederzijdse eerbied en genegenheid met elkaar kunnen WERKEN, LEREN, LEVEN.
Doelstelling 3

Met de hele school zich inzetten in het parochiale leven.
Doelstelling 4

We geven aandacht aan de opvoeding van het TOTALE KIND. Naast cognitieve vorming benadrukken we ook het dynamisch-affectieve en het psycho-motorische.
Doelstelling 5

Werken in teamverband.
Een schoolwerking kan maar slagen als alle participanten de handen in elkaar slaan. Open voor elke zienswijze, één doel voor ogen:
verwezenlijken van onze schoolvisie
met als hoofddoel :
onze kinderen op te voeden tot sociaal bewogen, integere persoonlijkheden.